SUZANNE VAN DAMME
Van Gent tot Brussel, Parijs, Florence, Venetië en New York.
Van Gent tot Brussel, Parijs, Florence, Venetië en New York.
Suzanne Van Damme (Gent, 1901–Brussel, 1986), hier afgebeeld in Parijs in de vroege jaren 1950, was een Belgische schilderes die evolueerde van portretkunst naar surrealisme en later naar haar kenmerkende ideogramcomposities. Actief in Parijs, Florence en New York, en vertegenwoordigd op de Biënnale van Venetië, ontwikkelde ze een verfijnde beeldtaal die haar een vaste plaats gaf binnen het Belgische modernisme.
1920's - 1930's : James Ensor
“Portret van James Ensor in zijn atelier in Oostende” (1925), olieverf op paneel, 90 × 120 cm.
Suzanne schilderde dit portret op 24-jarige leeftijd.
Privécollectie.
Suzanne schilderde dit portret op 24-jarige leeftijd.
Privécollectie.
James Ensor, “Peintres aux prises” (1938), olieverfschilderij.
Privécollectie.
Privécollectie.
“Zelfportret met rode penseel – Autoportrait au pinceau rouge” (1933), olieverf op paneel, 63 × 52 cm.
Tentoonstellingen:
Galerie Georges Giroux, Brussel, 1933
Kredietbank Grote Markt Brussel, 1988, “9 Femmes peintres”
Museum voor Schone Kunsten Antwerpen & Arnhem, 1999, tentoonstelling “À chacun sa grâce”, illustratie p. 365 van de catalogus
Publicatie:
Afgebeeld in “L’œuvre de Suzanne Van Damme 1920–1945”, Ed. La Boétie, Brussel, 1946, met voorwoord van Marcel Lecomte
Collectie: Group 2 Gallery
Tentoonstellingen:
Galerie Georges Giroux, Brussel, 1933
Kredietbank Grote Markt Brussel, 1988, “9 Femmes peintres”
Museum voor Schone Kunsten Antwerpen & Arnhem, 1999, tentoonstelling “À chacun sa grâce”, illustratie p. 365 van de catalogus
Publicatie:
Afgebeeld in “L’œuvre de Suzanne Van Damme 1920–1945”, Ed. La Boétie, Brussel, 1946, met voorwoord van Marcel Lecomte
Collectie: Group 2 Gallery
Uitnodigingskaarten voor tentoonstellingen in Galerie Manteau (1931) en Galerie Georges Giroux, Brussel (1933).
Uitnodigingskaart voor een tentoonstelling in Galerie Marcel Bernheim, Parijs (1935).
“Stilleven met aardbeien” (1937), olieverf op doek, 31 × 48 cm.
Beschikbaar.
Beschikbaar.
“Gezicht op San Gimignano”, jaren 1930, olieverf op doek, 65 × 80 cm.
Beschikbaar.
Beschikbaar.
“San Gimignano”, Toscane.
“Gezicht op de haven van Marseille”, jaren 1930, gouache.
Beschikbaar.
Beschikbaar.
“Gezicht op Beaulieu-sur-Mer vanaf Saint-Jean-Cap-Ferrat”, jaren 1930, gouache.
Beschikbaar.
Beschikbaar.
1940's - 1950's : Surrealism
In 1947 nodigt André Breton Suzanne Van Damme en haar echtgenoot Bruno Capacci uit om deel te nemen aan de Internationale Surrealistische Tentoonstelling in Galerie Maeght in Parijs.
Monographies de l’art belge, door Roger Bodart, 1953.
“Équilibre” (1946), olieverf op paneel, 134 × 122 cm. (Verkocht)
Tentoongesteld in het Museum voor Schone Kunsten Antwerpen en Arnhem, 1999.
Sotheby’s New York, 2015, “Cherchez la femme”.
Tentoongesteld in het Museum voor Schone Kunsten Antwerpen en Arnhem, 1999.
Sotheby’s New York, 2015, “Cherchez la femme”.
“Portret van zangeres en actrice Suzy Solidor (1900–1983)” (1946), olieverf op doek, 220 × 109 cm.
Collection of the Grimaldi Castle Museum in Cagnes-sur-Mer, Frankrijk.
Deze collectie omvat 43 portretten van onder meer Van Dongen, Picabia, Foujita, De Vlaminck, Cocteau, Marie Laurencin en Tamara de Lempicka.
Collection of the Grimaldi Castle Museum in Cagnes-sur-Mer, Frankrijk.
Deze collectie omvat 43 portretten van onder meer Van Dongen, Picabia, Foujita, De Vlaminck, Cocteau, Marie Laurencin en Tamara de Lempicka.
“Vrouwelijke gril – Caprice féminin” (1947), olieverf op paneel, 54 × 44,5 cm.
Collectie Group 2 Gallery.
Collectie Group 2 Gallery.
“La couleur assiégée” (1947), olieverf op paneel, 225 × 123 cm.
Tentoongesteld en verkocht tijdens de tentoonstelling “Cherchez la femme” bij Sotheby’s New York, 2015.
Tentoongesteld en verkocht tijdens de tentoonstelling “Cherchez la femme” bij Sotheby’s New York, 2015.
Suzanne Van Damme in Galerie Isy Brachot, Brussel (1973).
Ingang van de tentoonstelling “Cherchez la femme” bij Sotheby’s New York (2015).
Met werken van onder meer Frida Kahlo, Leonora Carrington, Dorothea Tanning, Leonor Fini, Meret Oppenheim en Suzanne Van Damme.
Met werken van onder meer Frida Kahlo, Leonora Carrington, Dorothea Tanning, Leonor Fini, Meret Oppenheim en Suzanne Van Damme.
“Surrealistische compositie” ca. 1947, olieverf op doek op paneel gemonteerd, 88 × 110 cm.
Tentoongesteld in 2023 in het Musée de Montmartre, Parijs (“Surréalisme au féminin”).
Verkocht.
Tentoongesteld in 2023 in het Musée de Montmartre, Parijs (“Surréalisme au féminin”).
Verkocht.
“Enigme de la civilisation” (1945), pentekening, 70 × 50 cm.
Monografie door Paul Fierens, Éditions La Boétie, 1950.
“Le masque du refus” (1952), olieverf op doek, 50 × 67 cm.
Een eerbetoon aan het carnaval van Venetië, de geboortestad van haar echtgenoot, schilder, keramist en dichter Bruno Capacci.
Tentoongesteld bij Sotheby’s New York, “Cherchez la femme” (2015).
Beschikbaar — bel 02 539 23 09 of mail naar [email protected].
Een eerbetoon aan het carnaval van Venetië, de geboortestad van haar echtgenoot, schilder, keramist en dichter Bruno Capacci.
Tentoongesteld bij Sotheby’s New York, “Cherchez la femme” (2015).
Beschikbaar — bel 02 539 23 09 of mail naar [email protected].
“Les Ancestryllus” (1953), collage van olieverfschilderijen op paneel, 90 × 75 cm.
Een surrealistische voorstelling van eieren in de traditie van Jheronimus Bosch.
Verkocht.
Een surrealistische voorstelling van eieren in de traditie van Jheronimus Bosch.
Verkocht.
Chicago Tribune, 1959: tentoonstelling in de Marshall Field Gallery.
Jaren 1960: abstracte, sculpturale composities.
Van Damme exposeert regelmatig in de Verenigde Staten en op de Biënnale van Venetië.
Van Damme exposeert regelmatig in de Verenigde Staten en op de Biënnale van Venetië.
Uitnodigingskaart voor haar solotentoonstelling in de Thibaut Gallery, New York (1961).
“Présence singulière” (1960), olieverf en zand op doek, 130 × 200 cm.
Tentoongesteld in New York, Thibaut Gallery (1961).
Beschikbaar.
Tentoongesteld in New York, Thibaut Gallery (1961).
Beschikbaar.
Suzanne Van Damme in New York, 1965. Foto door Mrs Drill.
“Liaisons salutaires” (1962), olieverf en zand op doek, 114 × 168 cm.
Tentoongesteld in het Belgisch paviljoen op de Biënnale van Venetië (1962).
Beschikbaar.
Tentoongesteld in het Belgisch paviljoen op de Biënnale van Venetië (1962).
Beschikbaar.
“Description démembrée” (1961), olieverf en zand op doek, 161 × 129 cm. (Verkocht)
Tentoongesteld op de Biënnale van Venetië (1962).
Tentoongesteld op de Biënnale van Venetië (1962).
1965 - 1980's : Ideograms
“Le gant précoce” ca. 1965, aquarel, gouache en inkt op Japans papier, 69,5 × 45 cm.
Collectie van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, Brussel.
Tentoonstelling: “Imagine”, Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, Brussel, 2024.
Collectie van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, Brussel.
Tentoonstelling: “Imagine”, Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, Brussel, 2024.
“Oui, ton enfance veille sur toi” (“Ja, je kindertijd waakt over je”), ca. 1965, aquarel, gouache en inkt op Japans papier, 67 × 44 cm.
Beschikbaar.
Beschikbaar.
“Cryptogram – Ideogram”, jaren 1960, olieverf op paneel, 125 × 125 cm.
Beschikbaar — bel 02 539 23 09 of mail naar [email protected].
Beschikbaar — bel 02 539 23 09 of mail naar [email protected].
“Compositie”, gemengde techniek op paneel, 123 × 120 cm.
Beschikbaar.
Beschikbaar.
“Compositie”, gemengde techniek op paneel, 123 × 120 cm.
Beschikbaar.
Beschikbaar.
“Les puits de l’inconscient”, jaren 1970, olieverf op paneel, 117 × 123 cm.
Collectie Group 2 Gallery.
Collectie Group 2 Gallery.
“Le folklore du romanesque”, jaren 1970, acryl op doek, 116 × 89 cm.
Verkocht.
Verkocht.
“L’autre dimension” (teksten van Bruno Capacci), jaren 1970, olieverf op doek, 92 × 73 cm.
Verkocht.
Verkocht.
“Les failles de l’inconnue”, jaren 1970, olieverf op paneel, 200 × 93,5 cm.
Beschikbaar.
Beschikbaar.
“Ces mots si longs aux couleurs de pourpre”, jaren 1970, olieverf op paneel, 237 × 105 cm. (Verkocht)
Monografie door Group 2 Gallery bij de openingstentoonstelling, 1990.
“The Venetian”, ca. 1980, olieverf op doek, 125 × 125 cm.
Venetiaanse paleizen aan het Canal Grande.
Tentoongesteld in Galleria l’Antenna, Bergamo (1981) en in het Museum van Charleroi (2024), “Belgische kunstenaressen”.
Beschikbaar.
Venetiaanse paleizen aan het Canal Grande.
Tentoongesteld in Galleria l’Antenna, Bergamo (1981) en in het Museum van Charleroi (2024), “Belgische kunstenaressen”.
Beschikbaar.
“Écriture” (1975), gemengde techniek op papier, 67 × 44 cm.
Beschikbaar.
Beschikbaar.
Reeks van zeven abstracte composities, pentekeningen, 97 × 71 cm.
Beschikbaar.
Beschikbaar.
Suzanne Van Damme werd geboren in Gent in 1901. In haar beginjaren was ze een leerling van James Ensor. In 1925 schilderde ze de grote meester in zijn huis in Oostende, met “De intrede van Christus in Brussel” – nu in het bezit van het Getty Museum in Los Angeles – op de achtergrond. In 1938 schilderde Ensor het doek “Peintres aux Prises”, waarop Suzanne Van Damme zelf verschijnt – potlood in de hand – terwijl hij zittend naar haar opkijkt. Na verschillende tentoonstellingen in Brussel (Galerie Manteau in 1931 en Galerie Georges Giroux in 1933) verhuisde Suzanne begin jaren 1930 naar Parijs. Zowel de Galerie de Paris (1934) als de Galerie Bernheim (1935) toonden haar werk. In Le Dôme in Montparnasse ontmoette ze de Italiaanse schilder, keramist en dichter Bruno Capacci (Venetië 1906 – Brussel 1996), met wie ze later trouwde. Het koppel raakte bevriend met Franse kunstenaars zoals Marcel Duchamp en Jean Cocteau.
Van Damme werkte nauw samen met verschillende surrealistische dichters, waaronder Paul Colinet, Marcel Lecomte en Henry Bauchau. Hun gedichten werden vaak aan haar opgedragen, terwijl haar schilderijen een samensmelting werden van literatuur en beeld. Haar liefde voor poëzie, gecombineerd met grafische experimenten, leidde tot een nieuw schrift: een persoonlijk alfabet vol tekens en symbolen, een mysterieuze mengvorm van Japanse kalligrafie en Egyptische hiërogliefen, uitgevoerd in zwart en wit.
In 1947 nodigde André Breton, de “paus van het surrealisme”, Capacci en Van Damme uit om deel te nemen aan de beroemde Exposition Internationale du Surréalisme in Galerie Maeght in Parijs, samen met tijdgenoten als Arp, Bellmer, Brauner, Calder, Duchamp, Ernst, Giacometti, Gorky, Lam, Matta, Miró, Picabia, Man Ray, Tanguy, Tanning en vele anderen.
Toen het echtpaar in de jaren 1950 naar Florence verhuisde, raakte Suzanne diep onder de indruk van de schoonheid van Toscane – de aardetinten, het zand, de kiezelstenen, het marmer. Ze begon abstracte, golvende vormen te schilderen – of beter gezegd te “beeldhouwen” – op doek.
In de jaren 1950 en 1960 exposeerde Van Damme regelmatig in de Verenigde Staten: Chicago (Marshall Field Gallery, 1959), New York (Thibaut Gallery, Madison Avenue, 1961), Los Angeles, Baltimore, Dallas (Calhoun Gallery, 1961) en Denver (Saks Gallery, 1969).
Tijdens haar lange carrière stelde Van Damme vijf keer tentoon in het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel en nam ze deel aan de Biënnale van Venetië (1935, 1954, 1962) en de Biënnale van São Paulo (1953).
Haar laatste periode is zonder twijfel de meest persoonlijke en boeiende. Kleine abstracte en figuratieve scènes worden samengebracht tot grote mozaïeken op doek of paneel. Veel van deze cryptogrammen en ideogrammen zijn uitgevoerd in zwart, bruin en beige, die een sluier van tijdloze schoonheid werpen over primitieve tekens en mythologische figuren. Andere werken lijken op glas-in-loodramen in schakeringen van blauw, paars, rood en oranje, stralend met een innerlijk licht vol mysterie. Het vergt groot meesterschap om die ideale harmonie, dat ultieme evenwicht – het perfecte yin-yang – te bereiken waar elke kunstenaar van droomt. Suzanne Van Damme bezat dat talent. Ze overleed in Brussel in 1986.
De openingstentoonstelling van Group 2 Gallery in 1990 was een eerbetoon aan Suzanne Van Damme. In 1992 volgde een tweede solotentoonstelling, “Suzanne Van Damme – van realisme tot surrealisme”, gevolgd door een duo-expositie met haar echtgenoot Bruno Capacci in 1996. In 2010 vierde de galerie haar twintigjarig bestaan met opnieuw een solotentoonstelling.
In 2015, vijfentwintig jaar na de opening, werden verschillende surrealistische werken van Van Damme getoond bij Sotheby’s New York in de tentoonstelling “Cherchez la femme”, naast werken van Frida Kahlo, Leonor Fini, Meret Oppenheim, Leonora Carrington, Dorothea Tanning en Dora Maar.
Werken van Van Damme waren recent te zien in het Musée de Montmartre in Parijs (2023), het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten van België in Brussel (Exhibition Imagine, 2024), het Centre Georges Pompidou in Parijs (2024) en de Hamburger Kunsthalle (2025) in de tentoonstelling “Rendezvous of Dreams: Surrealism and German Romanticism”.
Van Damme werkte nauw samen met verschillende surrealistische dichters, waaronder Paul Colinet, Marcel Lecomte en Henry Bauchau. Hun gedichten werden vaak aan haar opgedragen, terwijl haar schilderijen een samensmelting werden van literatuur en beeld. Haar liefde voor poëzie, gecombineerd met grafische experimenten, leidde tot een nieuw schrift: een persoonlijk alfabet vol tekens en symbolen, een mysterieuze mengvorm van Japanse kalligrafie en Egyptische hiërogliefen, uitgevoerd in zwart en wit.
In 1947 nodigde André Breton, de “paus van het surrealisme”, Capacci en Van Damme uit om deel te nemen aan de beroemde Exposition Internationale du Surréalisme in Galerie Maeght in Parijs, samen met tijdgenoten als Arp, Bellmer, Brauner, Calder, Duchamp, Ernst, Giacometti, Gorky, Lam, Matta, Miró, Picabia, Man Ray, Tanguy, Tanning en vele anderen.
Toen het echtpaar in de jaren 1950 naar Florence verhuisde, raakte Suzanne diep onder de indruk van de schoonheid van Toscane – de aardetinten, het zand, de kiezelstenen, het marmer. Ze begon abstracte, golvende vormen te schilderen – of beter gezegd te “beeldhouwen” – op doek.
In de jaren 1950 en 1960 exposeerde Van Damme regelmatig in de Verenigde Staten: Chicago (Marshall Field Gallery, 1959), New York (Thibaut Gallery, Madison Avenue, 1961), Los Angeles, Baltimore, Dallas (Calhoun Gallery, 1961) en Denver (Saks Gallery, 1969).
Tijdens haar lange carrière stelde Van Damme vijf keer tentoon in het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel en nam ze deel aan de Biënnale van Venetië (1935, 1954, 1962) en de Biënnale van São Paulo (1953).
Haar laatste periode is zonder twijfel de meest persoonlijke en boeiende. Kleine abstracte en figuratieve scènes worden samengebracht tot grote mozaïeken op doek of paneel. Veel van deze cryptogrammen en ideogrammen zijn uitgevoerd in zwart, bruin en beige, die een sluier van tijdloze schoonheid werpen over primitieve tekens en mythologische figuren. Andere werken lijken op glas-in-loodramen in schakeringen van blauw, paars, rood en oranje, stralend met een innerlijk licht vol mysterie. Het vergt groot meesterschap om die ideale harmonie, dat ultieme evenwicht – het perfecte yin-yang – te bereiken waar elke kunstenaar van droomt. Suzanne Van Damme bezat dat talent. Ze overleed in Brussel in 1986.
De openingstentoonstelling van Group 2 Gallery in 1990 was een eerbetoon aan Suzanne Van Damme. In 1992 volgde een tweede solotentoonstelling, “Suzanne Van Damme – van realisme tot surrealisme”, gevolgd door een duo-expositie met haar echtgenoot Bruno Capacci in 1996. In 2010 vierde de galerie haar twintigjarig bestaan met opnieuw een solotentoonstelling.
In 2015, vijfentwintig jaar na de opening, werden verschillende surrealistische werken van Van Damme getoond bij Sotheby’s New York in de tentoonstelling “Cherchez la femme”, naast werken van Frida Kahlo, Leonor Fini, Meret Oppenheim, Leonora Carrington, Dorothea Tanning en Dora Maar.
Werken van Van Damme waren recent te zien in het Musée de Montmartre in Parijs (2023), het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten van België in Brussel (Exhibition Imagine, 2024), het Centre Georges Pompidou in Parijs (2024) en de Hamburger Kunsthalle (2025) in de tentoonstelling “Rendezvous of Dreams: Surrealism and German Romanticism”.
Een taal van tekens en symbolen
Suzanne Van Damme ontwikkelde een privélexicon van tekens dat leest als een partituur. Korte strepen, kleine glyfen en geclusterde punten sturen het oog in een zorgvuldig gedoseerde cadans. In plaats van de zichtbare wereld te beschrijven, construeert ze een leesveld waarin stilte, interval en echo betekenis dragen. De toeschouwer volgt de tekens zoals men een gedicht leest: van staccato naar rust, van spanning naar opluchting. Dit positioneert haar werk binnen de geschiedenis van de 20e-eeuwse Belgische kunst en de poëtische traditie van het Belgisch surrealisme.
De tekens laten zich niet letterlijk ontcijferen. Ze functioneren als dragers van ritme en geheugen, als notities van een innerlijke beweging. Hier ontmoet het intieme schrift van de kunstenaar het universele ideogram: een beeldtaal die verwijst naar de oorsprong van tekenzetting zonder in archeologie te verzanden. Voor verzamelaars van Belgische moderne kunst is precies dat spanningsveld overtuigend: het werk blijft persoonlijk en ongrijpbaar, maar spreekt tegelijk een gedeelde, bijna archaïsche beeldtaal.
Binnen de context van Group 2 Gallery Brussel sluit deze benadering aan bij onze aandacht voor vrouwelijke kunstenaars en voor kunstenaars die het raakvlak tussen tekst en beeld onderzoeken. Van Damme’s visueel schrift verbindt de literaire lijn van het surrealisme met latere artistieke stromingen waarin semiotiek en materialiteit centraal staan. Zo wordt elk werk een leeservaring én een tactiele gebeurtenis.
De tekens laten zich niet letterlijk ontcijferen. Ze functioneren als dragers van ritme en geheugen, als notities van een innerlijke beweging. Hier ontmoet het intieme schrift van de kunstenaar het universele ideogram: een beeldtaal die verwijst naar de oorsprong van tekenzetting zonder in archeologie te verzanden. Voor verzamelaars van Belgische moderne kunst is precies dat spanningsveld overtuigend: het werk blijft persoonlijk en ongrijpbaar, maar spreekt tegelijk een gedeelde, bijna archaïsche beeldtaal.
Binnen de context van Group 2 Gallery Brussel sluit deze benadering aan bij onze aandacht voor vrouwelijke kunstenaars en voor kunstenaars die het raakvlak tussen tekst en beeld onderzoeken. Van Damme’s visueel schrift verbindt de literaire lijn van het surrealisme met latere artistieke stromingen waarin semiotiek en materialiteit centraal staan. Zo wordt elk werk een leeservaring én een tactiele gebeurtenis.
Materiaal als expressie
Materiaal bepaalt bij Van Damme de manier waarop betekenis oplicht. Ze bereidt de grondlaag zorgvuldig zodat pigment op verschillende diepten kan liggen. Matte passages staan naast zachte satijnglans, waardoor een stil reliëf ontstaat dat zonder spektakel toch rijke reflecties biedt. Over deze velden legt ze spaarzame, bijna kalligrafische gebaren die druk en snelheid exact doseren. Papier en gemengde techniek bouwen een palimpsest waarin eerdere keuzes als fluisterende lagen aanwezig blijven.
De kunstenaar denkt als een schilder én drukker. Gouache, inkt en tempera worden gecombineerd met transparante wassingen en ondoorzichtige sluiers. Hierdoor ontstaan zones die ademen: pigment dat in de vezel van het papier trekt naast streken die op het oppervlak blijven zweven. Deze gecontroleerde gelaagdheid levert een ingehouden lyriek op die hoog wordt gewaardeerd in de Belgische moderne schilderkunst en in verzamelingen met focus op 20e-eeuwse werken op papier.
De ervaring is tactiel vóór ze conceptueel is. Licht beweegt over de huid van het werk en onthult waar de hand heeft aangezet, hernomen, gewist. Het resultaat is een oppervlak dat niet sluit maar uitnodigt: de toeschouwer leest, herleest en ontdekt telkens kleine verschuivingen. Zo wordt materiaaldrift een vorm van denken, en wordt techniek een manier om stilte zichtbaar te maken.
De kunstenaar denkt als een schilder én drukker. Gouache, inkt en tempera worden gecombineerd met transparante wassingen en ondoorzichtige sluiers. Hierdoor ontstaan zones die ademen: pigment dat in de vezel van het papier trekt naast streken die op het oppervlak blijven zweven. Deze gecontroleerde gelaagdheid levert een ingehouden lyriek op die hoog wordt gewaardeerd in de Belgische moderne schilderkunst en in verzamelingen met focus op 20e-eeuwse werken op papier.
De ervaring is tactiel vóór ze conceptueel is. Licht beweegt over de huid van het werk en onthult waar de hand heeft aangezet, hernomen, gewist. Het resultaat is een oppervlak dat niet sluit maar uitnodigt: de toeschouwer leest, herleest en ontdekt telkens kleine verschuivingen. Zo wordt materiaaldrift een vorm van denken, en wordt techniek een manier om stilte zichtbaar te maken.
Tussen surrealisme en abstractie
Van Damme’s nauwe banden met surrealistische dichters zoals Paul Colinet en Henry Bauchau verankeren haar in een literaire, introspectieve tak van het surrealisme. Toch verlaat ze al vroeg de paden van droomillustratie. Het automatische schrift wordt bij haar geen illustratief instrument maar een structuurprincipe: tekens organiseren het vlak en scheppen mentale ruimten. De beeldtaal is niet narratief, wel evocatief; ze suggereert aanzetten, pauzes, echo’s.
De jaren in Florence verdiepen die verschuiving. Het palet opent naar aardetinten, kiezel- en marmerkleuren; vormen worden golvend en bijna sculpturaal. De schilderkunstenaar lijkt te “beeldhouwen” in verf, waarbij het doek reageert op licht en zwaarte zoals steen dat doet. Deze fase markeert de brug naar de Europese lyrische abstractie: de taal wordt gedistilleerd, de intensiteit blijft. Het mysterie wordt niet verklaard maar verfijnd.
Die dubbelpositie tussen Belgisch surrealisme en lyrische abstractie maakt haar oeuvre moeilijk in één etiket te vangen en juist daarom kunsthistorisch relevant. Binnen de curatoriële lijnen Surrealisme en Lyrische abstracties van Group 2 Gallery wordt duidelijk hoe haar werk beide domeinen met elkaar verbindt. Ze toont dat verbeelding en structuur, spontaniteit en discipline, elkaar niet uitsluiten maar elkaar versterken.
De jaren in Florence verdiepen die verschuiving. Het palet opent naar aardetinten, kiezel- en marmerkleuren; vormen worden golvend en bijna sculpturaal. De schilderkunstenaar lijkt te “beeldhouwen” in verf, waarbij het doek reageert op licht en zwaarte zoals steen dat doet. Deze fase markeert de brug naar de Europese lyrische abstractie: de taal wordt gedistilleerd, de intensiteit blijft. Het mysterie wordt niet verklaard maar verfijnd.
Die dubbelpositie tussen Belgisch surrealisme en lyrische abstractie maakt haar oeuvre moeilijk in één etiket te vangen en juist daarom kunsthistorisch relevant. Binnen de curatoriële lijnen Surrealisme en Lyrische abstracties van Group 2 Gallery wordt duidelijk hoe haar werk beide domeinen met elkaar verbindt. Ze toont dat verbeelding en structuur, spontaniteit en discipline, elkaar niet uitsluiten maar elkaar versterken.
Nalatenschap en actuele relevantie
Suzanne Van Damme’s internationale tentoonstellingen en deelname aan grote biënnales onderstrepen haar historische gewicht, maar de actualiteit van het werk schuilt elders: het leest verrassend hedendaags. In een tijd die geobsedeerd is door taal, code en interface laten haar doeken zien hoe beeld en schrift elkaar kunnen raken zonder samen te vallen. De gecodeerde oppervlakken sluiten aan bij de huidige interesse in semiotiek en de materialiteit van het tekenen.
Als moderne Belgische vrouwelijke kunstenaar met een eigen alfabet toont Van Damme hoe denken materie wordt. Curatoren en onderzoekers waarderen de consistentie van haar formele keuzes; verzamelaars waarderen de zeldzaamheid, de verfijnde factuur en de duurzame rust die het werk uitstraalt. Dat maakt haar oeuvre relevant voor zowel museumcontext als private collectie, binnen en buiten Brussel.
Group 2 Gallery Brussel heeft die relevantie sinds de openingstentoonstelling consequent zichtbaar gehouden. Door publicaties, confrontaties met tijdgenoten en zorg voor herkomst, documentatie en conditie blijft haar werk aanwezig in het gesprek over de 20e-eeuwse Belgische kunst. Zo vormt onze galerie een continuïteit: een plek waar Van Damme’s stille schrift telkens opnieuw gelezen kan worden, door kenners én door nieuwe kijkers.
Als moderne Belgische vrouwelijke kunstenaar met een eigen alfabet toont Van Damme hoe denken materie wordt. Curatoren en onderzoekers waarderen de consistentie van haar formele keuzes; verzamelaars waarderen de zeldzaamheid, de verfijnde factuur en de duurzame rust die het werk uitstraalt. Dat maakt haar oeuvre relevant voor zowel museumcontext als private collectie, binnen en buiten Brussel.
Group 2 Gallery Brussel heeft die relevantie sinds de openingstentoonstelling consequent zichtbaar gehouden. Door publicaties, confrontaties met tijdgenoten en zorg voor herkomst, documentatie en conditie blijft haar werk aanwezig in het gesprek over de 20e-eeuwse Belgische kunst. Zo vormt onze galerie een continuïteit: een plek waar Van Damme’s stille schrift telkens opnieuw gelezen kan worden, door kenners én door nieuwe kijkers.



