René GUIETTE
René Guiette (1893–1976) geldt als een sleutelfiguur binnen het Belgisch modernisme, op het kruispunt tussen expressionisme, kubisme en spirituele abstractie. Zijn levenslange zoektocht naar de dialoog tussen materie en mystiek leidde tot een oeuvre waarin emotie, structuur en innerlijke contemplatie samenvloeien. Van de postimpressionistische beginjaren in de jaren 1920 tot de meditatieve doeken van zijn latere periode weerspiegelt Guiettes kunst een diep persoonlijke zoektocht naar harmonie tussen vorm en geest.
In 1925 gaf René Guiette de Franse architect Le Corbusier (1887–1965) de opdracht om zijn woning-atelier in Antwerpen te ontwerpen. Voltooid in 1927 en gerestaureerd in de jaren 1980, staat het huis vandaag op de Werelderfgoedlijst van UNESCO.
“Birds at the Water’s Edge – Oiseaux au bord de l’eau” (1950) - Olieverf op paneel, 97 × 130 cm
Getoond in 1966 in het Paleis voor Schone Kunsten, Brussel, tijdens de tentoonstelling “Rétrospective René Guiette.”
Getoond in 1966 in het Paleis voor Schone Kunsten, Brussel, tijdens de tentoonstelling “Rétrospective René Guiette.”
“Sewing Machine – Machine à coudre” (1944) - Olieverf op doek, 45 × 74 cm
Beschikbaar — bel 02 539.23.09 of mail [email protected].
Beschikbaar — bel 02 539.23.09 of mail [email protected].
“Still Life” (1944) - Gouache, 45 × 56 cm
Beschikbaar
Beschikbaar
Vintage postkaart van “La Rascasse” aan de oude haven van Saint-Tropez.
“La Rascasse in St-Tropez” (1949) - Olieverf op doek, 73 × 92 cm
Een belangrijk en vaak tentoongesteld schilderij: Museum Den Haag (1949), Stedelijk Museum Amsterdam (1952), Paleis voor Schone Kunsten Brussel (1958, “Depuis Ensor”), Goya Museum Castres (1962, “Peintres belges contemporains”), Utrecht Museum (1966), Paleis voor Schone Kunsten Brussel (1966, “Rétrospective Guiette” – omslagillustratie), Haus der Kunst München (1959), New York, enz.
Literatuur: “Monographies de l’art belge”, door Robert Guiette, Antwerpen 1950 – kleurenillustratie.
VERKOCHT
Een belangrijk en vaak tentoongesteld schilderij: Museum Den Haag (1949), Stedelijk Museum Amsterdam (1952), Paleis voor Schone Kunsten Brussel (1958, “Depuis Ensor”), Goya Museum Castres (1962, “Peintres belges contemporains”), Utrecht Museum (1966), Paleis voor Schone Kunsten Brussel (1966, “Rétrospective Guiette” – omslagillustratie), Haus der Kunst München (1959), New York, enz.
Literatuur: “Monographies de l’art belge”, door Robert Guiette, Antwerpen 1950 – kleurenillustratie.
VERKOCHT
“Zonder titel” (1939) - Gouache, 60 × 45 cm
VERKOCHT
VERKOCHT
“Zonder titel (Zeldzaam zelfportret)” (1948) - Gouache, 63 × 48 cm
Beschikbaar
Beschikbaar
“Zelfportret” (1949) - Gouache, 48 × 38 cm
Beschikbaar
Beschikbaar
“Zonder titel (Schepen)” (1949) - Gouache, 39 × 49,5 cm
VERKOCHT
VERKOCHT
“Nachtvlinder – Papillon de nuit” (1950) - Olieverf op doek, 81 × 65 cm
Beschikbaar
Beschikbaar
“Vogeldans – Danse des oiseaux” (1951) - Gouache, 49 × 39 cm
Beschikbaar
Beschikbaar
“Zonder titel (Vogels)” (1951) - Gouache, 49 × 39 cm
Beschikbaar
Beschikbaar
René Guiette werd geboren in Antwerpen in 1893. Zijn vader Jules Guiette was luministisch schilder. Guiette begon te schilderen in 1919 en hield zijn eerste tentoonstelling in 1921 in Antwerpen (Galerie Janus). Tijdens zijn bezoek aan de internationale tentoonstelling van decoratieve kunsten in Parijs in 1925 was hij onder de indruk van het werk van Le Corbusier in het “Pavillon de L’Esprit Nouveau” en vroeg hem een woning-atelier in Antwerpen te ontwerpen, vergelijkbaar met dat van kunstenaar Amédée Ozenfant.
In 1928 ontmoette hij bankier en verzamelaar Emanuel Hoffmann, die een schilderij aankocht dat zich nu in het Kunstmuseum Basel bevindt. In 1931 exposeerde Guiette samen met Magritte in het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel en nam hij deel aan groepstentoonstellingen in Londen en New York. Zijn eerste solotentoonstelling in Parijs vond plaats in Galerie Rive Gauche in 1947. In 1948 stelde hij tentoon op de Biënnale van Venetië, samen met Ensor, Delvaux, Magritte en G. Desmet. In datzelfde jaar, tijdens een verblijf in Saint-Tropez, ontmoette hij de Franse kunstenaar Jean Dubuffet en werd lid van La Compagnie de l’Art Brut.
Tijdens de jaren 1950 en 1960 nam Guiette deel aan een indrukwekkend aantal groepstentoonstellingen in onder meer de Basel Kunsthalle, het Stedelijk Museum Amsterdam, het Salon de Mai in Parijs, de Biënnales van Tokio en Venetië, het Carnegie Institute in Pittsburgh, Osaka, en het Solomon R. Guggenheim Museum in New York (onder meer met Fautrier en Hartung in 1959).
Evolutie van Guiettes werk
Vroege werken (1919–1936)
Postimpressionistische, animistische en expressionistische periode.
Postkubistische periode (1930–1946)
Onder invloed van Picasso ontwikkelde Guiette een postkubistische beeldtaal, met bijzondere aandacht voor de architectuur van zijn composities.
Materialistische periode (1946–1960)
Het materiaal zelf werd het primaire element van zijn werk.
Abstracte periode (1960–1976)
Sinds zijn jeugd was Guiette gefascineerd door mystiek en esoterie. Onder invloed van de Zen-filosofie creëerde hij sobere composities met meditatieve tekens en arabesken.
Guiette overleed in Antwerpen in 1976.
Vroege jaren en vorming van een Belgisch modernist
René Guiette (Antwerpen 1893 – 1976) werd geboren in een kunstenaarsfamilie. Zijn vader Jules Guiette was luministisch schilder, zijn broer Robert Guiette een dichter en filoloog die lid werd van de Koninklijke Academie. Na zijn studies volgde René een korte militaire opleiding en diende hij tijdens de Eerste Wereldoorlog als sergeant in het Belgische leger. De oorlogservaring, gecombineerd met zijn vroege fascinatie voor mystiek en oosterse filosofie, zou zijn artistieke visie blijvend tekenen.
Na de oorlog begon Guiette als autodidact te schilderen in het atelier van zijn vader. Hij ontwikkelde zich snel van een post-impressionistische gevoeligheid naar een meer expressieve stijl waarin emotie en introspectie centraal stonden. In 1921 had hij zijn eerste solotentoonstelling in Galerie Janus te Antwerpen en nam hij deel aan de Kunst van Heden-tentoonstellingen. Zijn regelmatige verblijven in Parijs brachten hem in contact met dichters als Blaise Cendrars en Max Jacob, die zijn poëtische gevoeligheid opmerkte en schreef: “Het is zeldzaam dat zoveel verbeelding en geestelijke verfijning samenkomen op één doek.”
Guiette was al vroeg geboeid door het spanningsveld tussen spiritualiteit en moderne vorm. Zijn schilderijen uit de jaren 1920 combineren symbolische thema’s met een vernieuwend kleurgebruik en tonen een kunstenaar die zoekt naar de plaats van de geest in de moderne tijd.
Na de oorlog begon Guiette als autodidact te schilderen in het atelier van zijn vader. Hij ontwikkelde zich snel van een post-impressionistische gevoeligheid naar een meer expressieve stijl waarin emotie en introspectie centraal stonden. In 1921 had hij zijn eerste solotentoonstelling in Galerie Janus te Antwerpen en nam hij deel aan de Kunst van Heden-tentoonstellingen. Zijn regelmatige verblijven in Parijs brachten hem in contact met dichters als Blaise Cendrars en Max Jacob, die zijn poëtische gevoeligheid opmerkte en schreef: “Het is zeldzaam dat zoveel verbeelding en geestelijke verfijning samenkomen op één doek.”
Guiette was al vroeg geboeid door het spanningsveld tussen spiritualiteit en moderne vorm. Zijn schilderijen uit de jaren 1920 combineren symbolische thema’s met een vernieuwend kleurgebruik en tonen een kunstenaar die zoekt naar de plaats van de geest in de moderne tijd.
Architectuur, Le Corbusier en het postkubisme
Tijdens de Exposition Internationale des Arts Décoratifs in Parijs (1925) ontdekte Guiette het werk van Le Corbusier, wiens visie op “L’Esprit Nouveau” hem diep raakte. Hij vroeg de architect om een woning-atelier te ontwerpen naar het model van dat van Amédée Ozenfant. Het Maison Guiette, gebouwd in 1926–1927 aan de Populierenlaan 32 in Wilrijk, is het enige Belgische gebouw van Le Corbusier. De modernistische woning beïnvloedde Guiettes schilderkunst ingrijpend: ze bracht hem tot een strakkere beeldopbouw, een geometrisch evenwicht en een architecturale manier van denken over ruimte en licht.
Zijn schilderijen uit deze periode evolueerden naar een postkubistische stijl waarin architecturale ordening en ritmische vlakken de klassieke compositie vervingen. Guiette maakte van het doek een constructie: helder van structuur, maar nooit kil. Invloeden van Picasso, Ozenfant en Léger werden opgenomen in een persoonlijke taal die spiritualiteit en rationaliteit verzoende.
In de jaren 1930 stelde hij tentoon in de legendarische Galerie Le Centaure in Brussel, waar hij een contract kreeg dat zijn artistieke onafhankelijkheid verzekerde. Hij nam deel aan groepstentoonstellingen in het Stedelijk Museum Amsterdam en aan de tentoonstelling Guiette-Magritte-Picard in het Paleis voor Schone Kunsten (1931–1932). Deze periode vestigde zijn naam als vernieuwende kracht binnen de Belgische modernistische schilderkunst.
Zijn schilderijen uit deze periode evolueerden naar een postkubistische stijl waarin architecturale ordening en ritmische vlakken de klassieke compositie vervingen. Guiette maakte van het doek een constructie: helder van structuur, maar nooit kil. Invloeden van Picasso, Ozenfant en Léger werden opgenomen in een persoonlijke taal die spiritualiteit en rationaliteit verzoende.
In de jaren 1930 stelde hij tentoon in de legendarische Galerie Le Centaure in Brussel, waar hij een contract kreeg dat zijn artistieke onafhankelijkheid verzekerde. Hij nam deel aan groepstentoonstellingen in het Stedelijk Museum Amsterdam en aan de tentoonstelling Guiette-Magritte-Picard in het Paleis voor Schone Kunsten (1931–1932). Deze periode vestigde zijn naam als vernieuwende kracht binnen de Belgische modernistische schilderkunst.
Oorlogsjaren, verlies en materieschilderkunst
De crisis van 1929 en de Tweede Wereldoorlog vormden een breuklijn in Guiettes leven. De financiële instorting van zijn galerie en later de dood van zijn zoon Vincent tijdens het bombardement op cinema Rex in 1944 brachten hem tot introspectie. Uit dit verdriet ontstond een nieuwe artistieke richting: de materieschilderkunst. Guiette begon te werken met zand, pigment, krassen en insnijdingen. De verflaag werd huid, het doek een reliëf dat het lijden en de vergankelijkheid tastbaar maakte.
Na de oorlog werd Guiette docent aan de École Nationale Supérieure des Arts Visuels de La Cambre in Brussel, waar hij fotografie en kleurenleer onderwees. Zijn lessen over textuur, ritme en balans werden invloedrijk voor een nieuwe generatie kunstenaars. In 1948 vertegenwoordigde hij België op de Biënnale van Venetië, naast Ensor, Delvaux en Magritte, en sloot hij zich aan bij La Compagnie de l’Art Brut van Jean Dubuffet.
Guiette’s werk uit deze periode, waaronder Machine à coudre (1944) en Papillon de nuit (1950), toont een delicate balans tussen ruwheid en stilte. De materie zelf werd de drager van emotie, een brug tussen het tastbare en het transcendente. Zijn kunst werd internationaal erkend via tentoonstellingen in Parijs, Amsterdam, Basel en New York.
Na de oorlog werd Guiette docent aan de École Nationale Supérieure des Arts Visuels de La Cambre in Brussel, waar hij fotografie en kleurenleer onderwees. Zijn lessen over textuur, ritme en balans werden invloedrijk voor een nieuwe generatie kunstenaars. In 1948 vertegenwoordigde hij België op de Biënnale van Venetië, naast Ensor, Delvaux en Magritte, en sloot hij zich aan bij La Compagnie de l’Art Brut van Jean Dubuffet.
Guiette’s werk uit deze periode, waaronder Machine à coudre (1944) en Papillon de nuit (1950), toont een delicate balans tussen ruwheid en stilte. De materie zelf werd de drager van emotie, een brug tussen het tastbare en het transcendente. Zijn kunst werd internationaal erkend via tentoonstellingen in Parijs, Amsterdam, Basel en New York.
Zen-inspiratie en spirituele abstractie
Vanaf het einde van de jaren 1950 vond Guiette een nieuwe vrijheid in de abstractie. Zijn werk verloor alle verwijzingen naar de zichtbare wereld en werd transcendent en meditatief. Onder invloed van Zen-filosofie en oosterse kalligrafie werd schilderen voor hem een vorm van spirituele oefening. De penseelstreek stond symbool voor adem, ritme en concentratie.
Zijn doeken en aquarellen uit deze periode tonen sobere kleurvelden en kalligrafische tekens die als visuele mantra’s functioneren. Guiette gebruikte zand en verf in dunne lagen, waarin hij groef of kraste om subtiele sporen van energie te laten ontstaan. Zijn werk werd een zoektocht naar het moment waarin materie geest wordt. Een proces dat hij omschreef als “de geboorte van het spirituele uit het materiële.”
Werken als Zonder titel (1951) getuigen van deze contemplatieve eenvoud. Ze plaatsen Guiette naast tijdgenoten als Henri Michaux en Pierre Alechinsky, maar met een volkomen eigen gevoeligheid. Zijn schilderkunst werd een vorm van stilte, een ontmoeting tussen oosterse meditatie en westerse vormbeheersing.
Zijn doeken en aquarellen uit deze periode tonen sobere kleurvelden en kalligrafische tekens die als visuele mantra’s functioneren. Guiette gebruikte zand en verf in dunne lagen, waarin hij groef of kraste om subtiele sporen van energie te laten ontstaan. Zijn werk werd een zoektocht naar het moment waarin materie geest wordt. Een proces dat hij omschreef als “de geboorte van het spirituele uit het materiële.”
Werken als Zonder titel (1951) getuigen van deze contemplatieve eenvoud. Ze plaatsen Guiette naast tijdgenoten als Henri Michaux en Pierre Alechinsky, maar met een volkomen eigen gevoeligheid. Zijn schilderkunst werd een vorm van stilte, een ontmoeting tussen oosterse meditatie en westerse vormbeheersing.
Erkenning, nalatenschap en blijvende invloed
In 1964 werd René Guiette benoemd tot lid van de Académie Royale Flamande des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique en in 1975 bekroond met de Prix Quinquennal de Peinture, een officiële erkenning van zijn bijdrage aan de Belgische moderne kunst. Zijn werken werden wereldwijd tentoongesteld: in de Basel Kunsthalle, het Stedelijk Museum Amsterdam, het Paleis voor Schone Kunsten Brussel, de Venetië- en Tokio-Biënnales en het Guggenheim Museum in New York.
Guiette overleed in 1976 in Antwerpen, kort gevolgd door zijn echtgenote Marie Tinchant. Zijn graf op het Schoonselhof bestaat niet meer, maar zijn geestelijke erfenis leeft voort in musea, publicaties en particuliere collecties in België en daarbuiten (Den Haag, Bazel, Parijs, São Paulo). Zijn oeuvre blijft een ankerpunt binnen de 20e-eeuwse Belgische kunst, waar de dialoog tussen materie en mystiek zelden zo zuiver werd verwoord.
Group 2 Gallery blijft dit erfgoed actief onder de aandacht brengen via tentoonstellingen, private viewings en collectiebegeleiding. Beschikbare werken in olieverf, gouaches en aquarellen weerspiegelen Guiettes unieke plaats tussen architecturale moderniteit, innerlijke rust en spirituele kracht.
Guiette overleed in 1976 in Antwerpen, kort gevolgd door zijn echtgenote Marie Tinchant. Zijn graf op het Schoonselhof bestaat niet meer, maar zijn geestelijke erfenis leeft voort in musea, publicaties en particuliere collecties in België en daarbuiten (Den Haag, Bazel, Parijs, São Paulo). Zijn oeuvre blijft een ankerpunt binnen de 20e-eeuwse Belgische kunst, waar de dialoog tussen materie en mystiek zelden zo zuiver werd verwoord.
Group 2 Gallery blijft dit erfgoed actief onder de aandacht brengen via tentoonstellingen, private viewings en collectiebegeleiding. Beschikbare werken in olieverf, gouaches en aquarellen weerspiegelen Guiettes unieke plaats tussen architecturale moderniteit, innerlijke rust en spirituele kracht.



